LibreOfficeDev 25.8 Help
Specificeert de grootte en de positie van de geselecteerde afbeelding, frame of OLE-object op een pagina.
Voer de gewenste breedte in voor het geselecteerde object.
Berekent de breedte van het geselecteerde object als percentage van de breedte van het paginatekstgebied.
Beslist wat 100% breedte betekent: ofwel tekstgebied (exclusief marges) of de hele pagina (inclusief marges).
Voer de gewenste hoogte in voor het geselecteerde object.
Berekent de hoogte van het geselecteerde object als percentage van de hoogte van het paginatekstgebied.
Beslist wat 100% hoogte betekent: ofwel tekstgebied (exclusief marges) of de hele pagina (inclusief marges).
Behoudt de hoogte- en breedteverhouding wanneer u de breedte of hoogte wijzigt.
Zet de grootte-instellingen van het geselecteerde object op de oorspronkelijke waarden terug.
Deze optie is niet beschikbaar voor frames.
Past automatisch de breedte of hoogte van een frame aan de inhoud van het frame aan. U kunt desgewenst een minimumbreedte of -hoogte voor het frame specificeren.
De optie AutoGrootte is alleen beschikbaar wanneer u een frame selecteert.
Hiermee worden beveiligingsopties voor het geselecteerde item opgegeven.
Voorkomt dat de inhoud van het geselecteerde item wordt gewijzigd.
U kunt nog steeds de inhoud van het geselecteerde item kopiƫren.
Vergrendelt de plaats van het geselecteerde item in het huidige document.
Vergrendelt de grootte van het geselecteerde item.
Specificeer de verankeringsopties voor het geselecteerde object of frame. De verankeringsopties zijn niet beschikbaar wanneer u het dialoogvenster via het venster Stijlen en opmaak opent.
Verankert het geselecteerde aan de huidige pagina.
Verankert het geselecteerde aan de huidige alinea.
Verankert de selectie aan een teken. Dit is de standaard voor afbeeldingen.
Verankert het geselecteerde als teken. De hoogte van de huidige regel wordt aan de hoogte van de selectie aangepast.
Specificeer de plaats van het geselecteerde object op de huidige pagina.
Selecteer de optie voor horizontale uitlijning voor het object. De selectie specificeert de positie van het object ten opzichte van het gebied of de referentielijn die is geselecteerd in de keuzelijst . Deze optie is niet beschikbaar als is geselecteerd.
Bepaal hoeveel ruimte er moet zijn tussen de linkerrand van het geselecteerde object en het referentiepunt dat u in het vak Naar hebt geselecteerd. Deze optie is alleen beschikbaar als u "Vanaf links" selecteert in het vak Horizontaal.
Selecteer het gebied of de referentielijn voor de geselecteerde optie voor horizontale uitlijning. De volgende opties zijn beschikbaar:
Alineagebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de gehele breedte die beschikbaar is voor de alinea, inclusief ruimte voor inspringen.
Alineatekstgebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de gehele breedte die beschikbaar is voor tekst in de alinea, uitgezonderd ruimte voor inspringen.
: het object wordt gepositioneerd in het gebied van de linker tekstgrens tot het eerste teken aan de linkerrand van de verankerde alineatekst. Voor alinea's met meerdere kolommen wordt het gebied gedefinieerd in relatie tot de kolom waar het anker zich bevindt. Als het anker zich niet in de eerste kolom bevindt, begint het gebied bij de marge van de linkerkolom .
: het object wordt gepositioneerd in het gebied vanaf het laatste teken aan de rechterrand van de verankerde alineatekst tot de rechter tekstgrens. Voor alinea's met meerdere kolommen wordt het gebied gedefinieerd in relatie tot de kolom waar het anker zich bevindt. Als het anker niet in de laatste kolom staat, eindigt het gebied bij de marge van de rechterkolom.
: het object wordt gepositioneerd in het gebied tussen de linkerrand van de pagina en de linkermarge plus eventuele opvulling op de linkerpagina.
: het object wordt gepositioneerd in het gebied tussen de rechterrand van de pagina en de rechtermarge plus eventuele opvulling van de rechterpagina.
Hele pagina: het object wordt gepositioneerd over de gehele breedte van de pagina, van de linker- tot de rechter paginaranden.
Paginatekstgebied: vanaf de binnenrand van de linkerpaginaopvulling tot de binnenrand van de rechterpaginaopvulling.
Teken: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de horizontale ruimte die door het teken wordt gebruikt.
Houd er rekening mee dat de reeks beschikbare opties afhankelijk is van de Anker-instellingen. Het is daarom mogelijk dat niet alle hierboven genoemde opties worden weergegeven vanwege de huidige ankerkeuze.
U kunt het resultaat zien van de uitlijningsopties die u selecteert in het vak Voorbeeld.
Keert de huidige horizontale uitlijningsinstellingen op even pagina's om.
U kunt ook de spiegelingsopties voor Afbeeldingen gebruiken om de indeling van objecten op even en oneven pagina's aan te passen.
Selecteer de verticale uitlijningsoptie voor het object. De selectie specificeert de positie van het object ten opzichte van het gebied of de referentielijn die is geselecteerd in de keuzelijst .
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten vanaf de bovenrand van het object naar het gebied of de referentielijn die is geselecteerd in de keuzelijst . Deze optie is alleen actief als de volgende combinaties van en zijn geselecteerd. Voor deze combinaties kunt u de hoeveelheid ruimte opgeven om te vertrekken:
| Verticaal | Met anker | |
|---|---|---|
| 
 | Bovenrand van geselecteerde gebied. | , , of | 
| 
 | Geselecteerde referentielijn. | of | 
Selecteer het gebied of de referentielijn voor de verticale uitlijning. Het object kan worden gepositioneerd in relatie tot de volgende gebieden of referentielijnen:
Marge: Afhankelijk van het type verankering, wordt het object gepositioneerd rekening houdend met de ruimte tussen de bovenmarge en het teken ("Naar teken" verankering) of onderrand van de alinea ("Naar alinea" verankering) waar het anker wordt geplaatst.
Alineatekstgebied: het object wordt gepositioneerd met inachtneming van het begin van de alinea waar het anker is geplaatst.
Hele pagina: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de volledige paginahoogte, van boven naar beneden paginaranden.
Paginatekstgebied: het object wordt gepositioneerd vanaf de onderrand van het bovenste opvulgebied tot aan de bovenrand van het onderste opvulgebied.
: alleen beschikbaar voor "Naar teken" of "Als teken" verankering, het object wordt relatief gepositioneerd ten opzichte van het gebied tussen de bovenrand en onderrand van het teken direct voor waar het anker wordt geplaatst. Een teken dat is opgemaakt met een gemeenschappelijke rand met andere tekens of objecten, gebruikt het gebied voor het hoogste teken of object in de gemeenschappelijke rand.
: alleen beschikbaar voor verankering "Aan teken", het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de hoogte van de tekstregel waar het anker is geplaatst.
Basislijn: alleen beschikbaar voor "Als teken" verankering, deze optie zal het object positioneren rekening houdend met de tekstbasislijn waarop alle tekens worden geplaatst.
Rij: alleen beschikbaar voor "Als teken" verankering, deze optie zal het object positioneren rekening houdend met de hoogte van de rij waar het anker is geplaatst.
: alleen beschikbaar voor verankering "Aan frame", de buitenste randen van het frame.
: alleen beschikbaar voor verankering "Aan frame , het tekstgebied van het frame.
Als u een object aan een frame met een vaste hoogte verankert, zijn alleen de uitlijningsopties Beneden en Gecentreerd beschikbaar.
Houdt het geselecteerde object binnen de layout-grenzen van de tekst waaraan het object verankerd is. Selecteer deze optie niet als u het geselecteerde object op een willekeurige plaats in het document wilt kunnen zetten.
De optie Binnen de tekstbegrenzingen blijven is standaard geselecteerd wanneer u een document opent dat gemaakt is in een oudere versie van Writer dan OpenOffice.org 2.0. Deze optie is echter niet geselecteerd wanneer u een document maakt of wanneer u een document in Microsoft Word-indeling (*.doc) opent.
Hiermee kan het frame doorgaan op een volgende pagina als de inhoud van het frame niet meer op de huidige pagina past. De inhoud rond het frame wordt op de laatste pagina weergegeven.
Standaard is de optie Frame toestaan om over pagina's te splitsen uitgeschakeld wanneer u een tekstframe maakt in Writer. Deze optie wordt echter geselecteerd wanneer u een document opent in Microsoft Word-indeling, dat zwevende tabellen bevat.
De groene rechthoek staat voor het geselecteerde object en de rode rechthoek voor het uitlijningsreferentiepunt. Als u het object als teken verankert, verandert de referentierechthoek in een rode lijn.