LibreOfficeDev 25.8 Help
Definieer de eigenschappen voor het geselecteerde besturingselement of dialoogvenster. De beschikbare eigenschappen zijn afhankelijk van het type besturingselement dat geselecteerd is. De volgende eigenschappen zijn daarom niet voor elk type besturingselement beschikbaar.
Specificeer het aantal decimalen dat voor een numeriek of valutaveld weergegeven moet worden.
Voer het aantal regels in dat voor een lijstbesturingselement weergegeven moet worden. Voor keuzelijsten met invoervak is deze instelling alleen actief als de optie Vervolgkeuzelijst ingeschakeld is.
Specificeer de achtergrondkleur voor het huidige besturingselement.
Specificeer de bron van de grafische afbeeldingen voor een knop of afbeeldingselement. Klik op '...' om een bestand te selecteren.
Selecteer 'Ja' om het huidige besturingselement in de afdruk van een document op te nemen.
Selecteer 'Ja' om te voorkomen dat de gebruiker de waarde van het huidige besturingselement wijzigt. Het besturingselement wordt ingeschakeld en kan de focus krijgen maar kan niet gewijzigd worden.
Selecteer 'Ja' om de AutoFill-functie voor het geselecteerde besturingselement in te schakelen.
Specificeert of het basisniveau van de boomstructuur weergegeven wordt.
Als Root weergegeven is ingesteld op FALSE, is het knooppunt van een model niet langer een geldig knooppunt voor de boombesturing en kan deze niet worden gebruikt met een methode van XTreeControl.
De standaardwaarde is WAAR.
Specificeert of de knooppunten van het boomstructuurelement bewerkbaar zijn.
De standaardwaarde is ONWAAR.
Specificeer het invoermasker voor een patroonveld. Dit is een tekencode die de invoeropmaak voor het besturingselement definieert.
U moet voor elk invoerteken van het bewerkingsmasker een maskeringsteken opgeven om de invoer te beperken tot de waardes in de volgende tabel:
| Teken | Betekenis | 
|---|---|
| L | Een tekstconstante. Dit teken kan niet door de gebruiker gewijzigd worden. | 
| a | De tekens a-z kunnen hier worden ingevoerd. Als er een hoofdletter wordt ingevoerd, wordt deze automatisch naar een kleine letter geconverteerd. | 
| A | De tekens A-Z kunnen hier worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt ingevoerd, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd. | 
| c | De tekens a-z en 0-9 kunnen hier worden ingevoerd. Als er een hoofdletter wordt ingevoerd, wordt die automatisch geconverteerd naar een kleine letter. | 
| C | De tekens a-z en 0-9 kunnen hier worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt ingevoerd, wordt die automatisch geconverteerd naar een hoofdletter. | 
| N | Alleen de tekens 0-9 kunnen worden ingevoerd. | 
| x | Alle afdrukbare tekens kunnen worden ingevoerd. | 
| X | Alle afdrukbare tekens kunnen worden ingevoerd. Als er een kleine letter wordt gebruikt, wordt die automatisch naar een hoofdletter geconverteerd. | 
Specificeer de breedte van het huidige besturingselement of dialoogvenster.
Specificeer de standaarddatum die moet worden getoond in het besturingselement Datum.
Specificeer de gewenste opmaak voor een datumveld. Een datumveld interpreteert de gebruikersinvoer afhankelijk van deze opmaakinstelling.
Selecteer 'Ja' om draaiknoppen aan een numeriek, valuta-, datum- of tijdveld toe te voegen zodat de invoerwaarde met behulp van pijlknoppen verhoogd en verlaagd kan worden.
Selecteer 'Ja' voor een keuzevakje met drie statussen (geselecteerd, niet-geselecteerd en gedimd) in plaats van twee (geselecteerd en niet-geselecteerd).
Selecteer 'Ja' om alleen de invoer van geldige tekens in een numeriek, valuta-, datum- of tijdveld toe te staan.
Selecteer 'Ja' om het besturingselement in te schakelen. Als het besturingselement uitgeschakeld is, wordt het gedimd in het dialoogvenster weergegeven.
Specificeer het aantal eenheden waarmee gescrold moet worden wanneer een gebruiker in het gedeelte tussen de schuifregelaar en de pijlen op een schuifbalk klikt.
Selecteer 'Ja' om handmatige regeleinden binnen meerregelige besturingselementen toe te staan.
Specificeert of de handvatten van de knooppunten al of niet afgebeeld worden.
De handvatten zijn stippellijnen die de hiërarchie van het boomstructuurelement visualiseren.
De standaardwaarde is WAAR.
Specificeert of de handvatten van de knooppunten ook op het basisniveau getoond worden.
De standaardwaarde is WAAR.
Specificeer de Help-URL die opgeroepen wordt wanneer u op F1 drukt terwijl een specifiek besturingselement geselecteerd is. Zo kunt u de notatie HID:1234 gebruiken om de Help-ID met het nummer 1234 op te roepen.
Stel de omgevingsvariabele HELP_DEBUG in op 1 om de Help-IDs te zien als uitgebreide helptips.
Voer een Help-tekst in die als tip (Help-ballon) moet worden weergegeven wanneer de muis op het besturingselement staat.
Herhaalt triggergebeurtenissen wanneer u de muisknop ingedrukt houdt op een besturingselement zoals een draaiknop.
Specificeer de hoogte van het huidige besturingselement of dialoogvenster.
Specificeer de toename- en afname-interval voor draaiknoppen.
Specificeer het aantal eenheden waarmee gescrold moet worden wanneer een gebruiker op een pijl van een schuifbalk klikt.
Selecteer een knoptype. Knoptypes bepalen wat voor actie er gestart wordt.
Toont het label van het huidige besturingselement. Het label wordt samen met het besturingselement weergegeven.
U kunt labels met meerdere regels maken door via Shift+Enter handmatige regeleinden in de label in te voegen.
Specificeer de items voor een lijstbesturingselement. Op één regel staat één lijstitem. Druk op Shift+Enter om een nieuwe regel in te voegen.
Specificeer de bovengrens voor een datumveld.
Specificeer de maximumwaarde van een schuifbalk.
Specificeer hoeveel tekens de gebruiker maximaal kan invoeren.
Specificeer de maximale tijdswaarde voor een tijdveld.
Specificeer de maximumwaarde van een voortgangsbalk.
Specificeer de maximumwaarde voor het huidige besturingselement.
Selecteer 'Ja' om de invoer van meerdere regels in het besturingselement toe te staan. Druk op Enter om een handmatig regeleinde in het besturingselement in te voegen.
Selecteer 'Ja' om de selectie van meerdere items in lijstbesturingselementen toe te staan.
Specificeer de benedengrens voor een datumveld.
Specificeer de minimale tijdswaarde voor een tijdveld.
Specificeer de minimumwaarde van een voortgangsbalk.
Specificeer de minimumwaarde voor het huidige besturingselement.
Voer een naam voor het huidige besturingselement in. Deze naam wordt gebruikt om het element te identificeren.
Past de afbeelding aan de grootte van het besturingselement aan.
Geef het nummer op van de dialoogvensterpagina waaraan het huidige besturingselement toegewezen is, of het paginanummer van het dialoogvenster dat u wilt bewerken. Als het dialoogvenster slechts één pagina heeft, stelt u de waarde Pagina (Stap) op 0 in.
Selecteer Pagina (Stap) = 0 om een besturingselement op elke dialoogvensterpagina zichtbaar te maken.
Wilt u in runtime tussen dialoogvensterpagina's schakelen, dan moet u een macro maken die de waarde van Pagina (Stap) wijzigt.
Specificeer de afstand van het huidige besturingselement tot de linkerkant van het dialoogvenster.
Specificeer de afstand van het huidige besturingselement tot de bovenkant van het dialoogvenster.
Specificeer het randtype voor het huidige besturingselement.
Specificeer de stand van een schuifbalk.
Specificeert de hoogte van elke rij van het boomstructuurelement, in pixels.
Als de gespecificeerde waarde kleiner dan of gelijk is aan nul, is de rijhoogte de maximale hoogte van alle rijen.
De standaardwaarde is 0.
Specificeert wat er gebeurt wanneer het bewerken wordt onderbroken door het selecteren van een andere knoop in de boomstructuur, een verandering in de gegevens van de boomstructuur, of op een andere manier.
Als deze eigenschap op WAAR ingesteld is, worden de veranderingen automatisch opgeslagen wanneer het bewerken onderbroken wordt. ONWAAR betekent dat het bewerken geannuleerd wordt en de wijzigingen verloren gaan.
De standaardwaarde is ONWAAR.
Selecteer 'Ja' om scheidingstekens voor duizendtallen in numerieke en valutavelden weer te geven.
Voegt het opgegeven schuifbalktype aan een tekstvak toe.
Voegt het opgegeven schuifbalktype aan een tekstvak toe.
Geef de beginwaarde van een schuifbalk op. Hiermee wordt de positie van de schuifregelaar bepaald.
Specificeer de minimumwaarde van een schuifbalk.
Specificeert de volgorde van de geselecteerde items, waarbij '0' overeenkomt met het eerste item. Als u meerdere items wilt selecteren, moet 'Meervoudige selectie' ingeschakeld zijn.
Klik op de knop ... om het dialoogvenster Selectie te openen.
Klik op het item dat u wilt selecteren. Wilt u meerdere items selecteren, controleer dan of de optie Meervoudige selectie geselecteerd is.
Specificeert de selectiemodus die geactiveerd wordt voor dit boomstructuurelement.
Selecteer 'Ja' om het huidige knopbesturingselement tot de standaardselectie te maken. Wanneer u in het dialoogvenster op Return drukt, wordt de standaardknop geactiveerd.
Selecteer de selectiestatus van het huidige besturingselement.
Selecteer het focusgedrag van het huidige besturingselement wanneer de Tab-toets gebruikt wordt.
| Standaard | Alleen invoerbesturingselementen ontvangen focus bij gebruik van de Tab-toets. Besturingselementen zonder invoer zoals besturing van hoofd- en kleine letters worden overgeslagen. | 
| Nee | Bij gebruik van de Tab-toets wordt het besturingselement overgeslagen. Het krijgt geen focus. | 
| Ja | Het besturingselement kan met de Tab-toets worden geselecteerd. | 
Specificeer de beginwaardes die in een patroonveld weergegeven moeten worden. De gebruiker kan dan gemakkelijker zien welke waardes in een patroonveld toegestaan zijn. Het tekenmasker wordt beperkt door de notatie die gespecificeerd wordt door het bewerkingsmasker.
Selecteer het lettertype dat gebruikt moet worden om de inhoud van het huidige besturingselement weer te geven.
Selecteer de opmaak die voor tijdvelden gebruikt moet worden.
Geef de titel van het dialoogvenster op. Klik op de rand van het dialoogvenster om het te selecteren.
Titels worden alleen gebruikt om een dialoogvenster van een label te voorzien en kunnen slechts uit één regel bestaan. Als u met macro's werkt, kunnen besturingselementen alleen via hun eigenschap Naam aangeroepen worden.
Specificeer de uitlijningsoptie voor het geselecteerde besturingselement.
Voer het valutasymbool in dat voor de valutavelden gebruikt moet worden.
Selecteer 'Ja' om het valutateken in valutavelden weer te geven wanneer er een getal ingevoerd is.
Specificeert de vertraging in milliseconden tussen triggergebeurtenissen voor schuifbalken, Een triggergebeurtenis doet zich voor wanneer u op een schuifbalkpijl of in het achtergrondgebied van een schuifbalk klikt. Triggergebeurtenissen treden herhaald op als u de muisknop ingedrukt houdt wanneer u op een schuifbalkpijl of in het achtergrondgebied van een schuifbalk klikt. U kunt desgewenst geldige tijdeenheden opnemen met het cijfer dat u invoert, zoals 2 s of 500 ms.
Selecteer 'Ja' om de optie Vervolgkeuzelijst in te schakelen voor lijsten of keuzelijsten met invoervak. Een besturingsveld voor een vervolgkeuzelijst heeft een pijlknopje waarop u kunt klikken om een lijst van de bestaande formulieritems te openen.
Geef de volgorde op waarin de besturingselementen de focus krijgen wanneer de Tab-toets in het dialoogvenster ingedrukt wordt. Wanneer u een dialoogvenster opent, gaat de focus naar het besturingselement dat op de laagste plaats (0) staat. Wanneer u herhaaldelijk op de Tab-toets drukt, wordt de focus in de opgegeven volgorde door de andere besturingselementen verplaatst.
De besturingselementen krijgen aanvankelijk nummers in de volgorde waarin ze aan het dialoogvenster worden toegevoegd. U kunt de volgorde van besturingselementen veranderen. LibreOfficeDev BASIC werkt de nummers automatisch bij om dubbele nummers te voorkomen. Aan besturingselementen die niet de focus kunnen krijgen, wordt ook een waarde toegewezen. Ze worden echter overgeslagen wanneer de Tab-toets gebruikt wordt.
Geef een voortgangswaarde op voor een voortgangsbalk.
Specificeer de waarde voor het huidige besturingselement.
Geef een teken op dat in plaats van de getypte tekens weergegeven moet worden. Dit kan voor het invoeren van wachtwoorden in tekstvelden gebruikt worden.
Geef de lengte op van de schuifregelaar voor een schuifbalk.